Stephanie Könings

Uitdaging 1: Het klooster in (stilte retraite)

Leestijd 44 minuten

Zoals mezelf beloofd, wil ik dit jaar de uitdaging met mezelf aangaan door buiten mijn comfortzone te stappen en dus dingen te doen die niet direct in mijn straatje passen. Omarmen waar je tegenop ziet of beleven wat juist verder van je af staat maakt dat je stukjes in jezelf kunt ontdekken die anders wellicht verscholen blijven. 

En zo mijn eerste uitdaging dit jaar: een stilteretraite in Abdij Koningshoeven. Via de website kon ik me aanmelden op vooraf bepaalde data voor een verblijf van 2 of 3 nachten. Ik kies voor de iets veiligere optie van 2 nachten. En zo vertrek ik, vanuit mijn werk, op dinsdagmiddag met de trein richting Tilburg. Onderweg merk ik dat ik me onrustig voel. Ik zie op tegen de stilte merk ik…weet niet zo goed wat te verwachten ook. Dit is ook het ongemak dat ik op wil zoeken, maar zolang ik in de trein zit, geniet ik nog even van al het rumoer en geklets om me heen. 

Vanuit Tilburg neem ik de bus die me voor de deur van de abdij afzet. Het is een miezerige middag, wat niet weg neemt dat ik door de miezerige regendruppels, het prachtige landgoed betreed van de abdij. Het is enorm groot en met borden word ik de juiste kant op gestuurd. Ik zie verder niemand… o jee, ik voel me nu al alleen…

Dan kom ik bij een grote poort die ik herken uit de uitzending van Kloostergasten die toevallig afgelopen zaterdag werd uitgezonden. Ik neem aan dat ik hier naar binnen moet, maar zeker weten doe ik het niet. Ik bel aan en enige tijd later verraad een zoemer dat de poort blijkbaar nu open kan. Ik stap naar binnen en daar komt gelijk broeder Jakobus me welkom heten. 

Hij geeft me direct een rondleiding, en al snel komen we een andere gast tegen. Gelukkig, ging gelijk door mijn hoofd, dan ben ik niet alleen. Samen met de andere gast vervolgt hij de rondleiding. We zien de gasten eetkamer met een grote gedekte tafel voor 10 personen, gelijk aan het aantal gasten. Wow, dan ben ik echt niet alleen gaat weer direct door mijn hoofd. Ik ben zo benieuwd wie dat allemaal zijn en wat ze hier komen doen. Er vliegen direct allemaal vragen en ook potentiële antwoorden door mijn hoofd in de denkbeeldige gesprekken die ik nog zal gaan voeren met alle gasten. 

Dan lopen we richting de kapel, door een enorme, echt enorme gang, over de ijskoude tegelvloer. Broeder Jakobus legt netjes de spelregels aan ons uit. De deuren altijd sluiten. Niet praten op de gangen, altijd naar links lopen, geen anderen deuren open maken dan de deuren die we nu te zien krijgen enzovoorts. Het is echter een gang in U-vorm en iedere zijde heeft meerdere deuren. Ik probeer gelijk herkenningspunten in mijn hoofd te maken om zeker te weten dat ik niet de verkeerde deuren ga openen, wie weet wat daar dan achter te zien is. Mijn nieuwsgierigheid is gelijk gewekt, het is het don’t-push-the-button-effect. Maar vooralsnog bedwing ik mijn nieuwsgierigheid, temeer omdat broeder Jakobus er nog bij is. 

We krijgen de kapel te zien waar alle diensten zullen plaatsvinden. Ik ben benieuwd, kan me alleen een katholieke mis voorstellen, maar de opstelling in deze kapel is al heel anders. Geen groot altaar maar twee rijen stoelen voor de monniken die tegenover elkaar plaats gaan nemen, en dwars daarop, bij de uitgang, staan de gasten bankjes. Het valt me gelijk op dat de bankjes aanzienlijk comfortabeler ogen dan de gemiddelde kerkbank. Dat geeft een beetje moed. 

Dan neemt hij ons nog mee naar de grote kerk, die ook via een van de vele deuren te bereiken is. De kerk is gigantisch groot…en koud…zo koud dat ook de adem van broeder Jakobus veranderd in kleine witte wolkjes. Terwijl mijn aandacht naar de witte wolkjes uitgaat, en ik me afvraag bij welke temperatuur de wolkjes eigenlijk ontstaan, legt de broeder vol toewijding uit wanneer de kerk gebouwd is. Maar eerlijk is eerlijk, dat moest ik daarna opzoeken want ik was alleen maar bezig met het fenomeen van de ademwolkjes (het was blijkbaar 1891). Mijn aandacht kwam weer terug toen hij ons wees op de vele houtsnijwerken in de kerk. Daar wilde ik wel meer van bekijken en dat zou ik ook mogen doen als ik nog eens alleen terug zou gaan. Snel vraag ik of het maken van foto’s toegestaan is, dat is gelukkig geen probleem, zolang ik er maar geen broeder op zet. Jammer denk ik, dat wordt dus geen selfie met broeder Jakobus die lachend met een arm over mijn schouder zijn duim in de lucht steekt. 


De grote kerk (kost blijkbaar 1000 euro per ochtend om te verwarmen, vandaar de wolkjes)

We lopen weer terug naar de entree en ik krijg een mapje met verdere uitleg en een kamer nummer. “De sleutel steekt op de deur”, zegt broeder Jakobus, “tweede verdieping links”.

En terwijl ik alweer afgeleid ben door het mapje in mijn handen, loop ik ondertussen toch de trap op. Bovenaan de tweede verdieping ga ik naar rechts, want luisteren is niet mijn sterkste punt als er zoveel vragen door mijn hoofd spoken. Uiteindelijk kom ik er achter dat hij links had gezegd en vind ik toch mijn kamer. 

Een hele nette kamer met een eigen badkamer, bureau, stoel en bed. Simpel, maar als je een hostel gewend bent, doet het niet onder voor menig hotelkamer. Wel moest ik zelf een hoeslaken, dekbedovertrek en sloop meenemen, en eigen handdoeken. Tja, dat is dan weer minder hotellig. Voordat ik begin met het opmaken van het bed, lees ik eerst verder in het mapje dat ik gekregen heb. Daarin staat een schema van de diensten en het eten. Ik heb immers wel 'volpension' geboekt ;)

Ze noemen het de dagorde hier. 

4:15 uur Nachtwake (=dienst)
6:30 uur Lauden (=dienst)
7:00 uur ontbijt in stilte!
11:30 uur Eucharistie en sext hoogmis (=dienst)
12:05 uur middagmaal in stilte!
14:30 uur Noon (=dienst)
17:45 uur Vespers (=dienst)
18:30 uur avondmaaltijd in stilte!
19:30 uur completen (=dienst)

Ik merk onrust in mijn lijf als ik lees dat alle maaltijden in stilte zijn. Wil dat dan zeggen dat ik helemaal niet met de andere gasten kan praten? Maar dan krijg ik dus geen antwoorden op mijn prangende vragen wie zij zijn en wat ze hier doen, wat ze komen halen of komen brengen? Wat ze hopen te bereiken of waar ze naar op zoek zijn? …Zucht... ik moet het even laten landen allemaal…merk dat ik vooraf nooit bedacht heb dat je bij een stilteretraite ook helemaal nooit ergens kunt praten blijkbaar… hoe naïef kun je zijn Steef…, maar goed, dit is wat ik zocht, buiten mijn comfort zone komen, nou dat gaat aardig lukken als ik het programma zo lees…

Dan maak ik het bed, maar vast op, en is het 16:30 uur. Pas over een uur moet ik richting de kapel gaan voor de Vespers. Ik meende namelijk dat de broeder 17:30 uur had gezegd, maar waarschijnlijk was ik weer eens afgeleid want het blijkt later precies zoals in de dagorde vermeld, maar dat terzijde. 

Mijn hemel, een uur…een uur niets…een uur hier met mezelf op een kamer. Geen radio, geen tv, zal ik mijn werkmail even checken? O nee, ik kwam hier juist voor rust…euh…hoe zou het thuis zijn, is Lora al thuis of nog uit spelen, zou de hond uitgelaten zijn …euh... nog 58 minuten… wat erg dit!!!! Ik kan helemaal niet tegen dit niks, de leegte, de stilte… mijn hoofd zorgt ervoor dat het nooit echt stil is, maar ik mis geluiden, gelach, geklets… nog 57 minuten… wat kan ik eens gaan doen…misschien kan ik nog een wandeling maken, maar als ik naar buiten kijk zie ik alleen maar dikke regendruppels vallen. 

Nog 56 minuten…wat is tijd toch een bijzonder fenomeen…meestal kom ik tijd te kort en nu…nu lijken de secondes minuten te duren... ik bekijk eens alles op de kamer, in de kast, het bureau en op de badkamer… Hey, er staat een eierwekker op de badkamer, waar zou dat nu voor zijn? Voor het douchen, tandenpoetsen of om een bepaalde tijd te bidden? Ik bekijk de aansluiting van de radiator en bedenk me dat ik die van ons nog steeds moet schilderen. Maar goed, daar heb ik nu niets aan…ik zie dat ze hier ook een stukje niet geverfd hebben, gelukkig, blijkbaar zijn de broeders ook maar gewoon mensen. 

Nog 50 minuten…ik weet me eigenlijk geen raad meer…de tijd gaat zooooo tergend langzaam en mijn eigen gedachten maken me gek. Ik moet iets gaan doen. Ik besluit de kamer te verlaten en ga naar de eetkamer. Broeder Jakobus had het over een koffie- en thee machine die daar staat… langzaam loop ik door de inmiddels donker wordende gangen van het gigantische klooster. Ik slenter mezelf door de keuken naar de eetkamerdeur. Zoals gezegd zijn alle deuren overal gesloten en is het dus spannend wie je eventueel gaat aantreffen achter de deur. Tenminste, dat maak ik mezelf wijs, in de hoop dat ik ergens een mens tref die wil of mag praten. 

En zo open ik ook de deur van de eetkamer…heel voorzichtig…en dan…zie ik warempel een mens! Er zit een man met krukken in de houten vensterbank van de kamer. Een kopje thee in zijn handen…mijn oog valt direct op de reden van zijn krukken, hij mist een been, maar gelijk ook op de bijzondere krukken die naast hem staan, dat is geen Medicura productie. Ze lijken wel hand gemaakt. Het zijn grote houten krukken met de nadruk op hout, omdat er veel meer hout is gebruikt dan misschien logisch of nodig. Maar ik kan niet te lang naar de krukken staren en loop naar de thee machine terwijl ik de man hartelijk groet. Ik hoop zo dat ik met hem mag praten en vragen mag stellen. Maar ik voel aan zijn begroeting dat mijn wens zeker niet vervuld zal worden. Hij lijkt zijn hoofd zelfs weg te draaien en reageert alsof het niet de bedoeling was dat onze paden elkaar hier zouden kruisen…hij neemt snel een laatste slok en verlaat met zijn grote krukken de ruimte zonder een woord te zeggen. 

Daar sta ik dan met mijn kop hete thee…geen idee of ik hier mag zijn, misschien heb ik niet alle regels gehoord die broeder Jakobus heeft benoemd. Nou ja, dan maar verexcuseren als het nodig zou zijn. Ik ga zitten in de vensterbank zoals de gast voor me dat ook deed, maar dan op een andere bank zodat er ruimte is voor een andere gast om eventueel die lege plek op te vullen. 

Ik bedenk me waarom de man met krukken niets wilde zeggen en zo snel weg ging. Zou die stilte gekoppeld zijn aan deze ruimte? Of mogen we überhaupt niet praten met elkaar, nergens? Ik bekijk de ruimte maar weer aandachtig. De tafel is al gedekt voor na de dienst. Een simpele broodmaaltijd, er staat letterlijk brood, boter, hagelslag, pindakaas, jam en stroop. De stroop verraad dat er hopelijk ook nog kaas bijgezet gaat worden. Ik vind het allemaal prima, een sobere maaltijd was ook wat op de site beloofd werd. 

De thee blijft heet en de tijd staat stil…ik moet echt wennen aan deze stilte, aan het niets…ik probeer de planning van de dag dan maar uit mijn hoofd te leren en na nog wat gemijmer is dan eindelijk de thee drinkbaar en snel op. Dan kan ik weer door, ik heb besloten dan maar naar de grote kerk te gaan, van dichtbij kijken naar de houtsnijwerken. Ik maak er wat foto’s van en bekijk alles eens in de hoop dat het inmiddels tijd is om naar de kapel te lopen.

Het is bijna 17:30 uur dus dan kan ik wel alvast gaan lijkt me. Ik loop naar de kapel die in de volgende gang van de U zit. Ik zie niemand, ik hoor niemand…wat vreemd, om 17:30 uur was het toch? Heel voorzichtig maak ik de deur weer open, misschien ben ik juist te laat en zijn ze al begonnen. Maar als ik de deur open zie ik niemand, een lege kapel. Ik heb geen idee of ik al naar binnen mag, dus braaf blijf ik buiten in de koude gang staan. 

Net zo lang totdat er een andere gast aan komt lopen, die gewoon wel het lef heeft om gewoon naar binnen te stappen. Ja, dan durf ik het ook…ik loop mee naar binnen en neem plaats op een van de gastenbankjes. Zoals afgesproken pak ik een kleine klapper waar alle psalmen en gebeden in staan. Het duurt een poos voordat de andere gasten er ook zijn en ondertussen zijn ook de verticaal geplaatste stoelen door de monniken gevuld.

16 monniken die in hun gewaad plaatsnemen op hun vaste plek zo te zien. Ik verbaas me gelijk over het verschil in de gewaden. Allen dragen ze een gelijk gekleurde, beige kleurige habijt, alleen de een kan hem als een cape omslaan, en heeft geen mouwen, waar de ander hem over heft hoofd zal moeten gooien omdat er geen opening aan de voorkant is. Ook zijn ze supergroot, heel onhandig lijkt me met ook zulke grote mouwen. Ik vraag me af of het verschil iets zegt over de rang in het klooster, of simpelweg over de voorkeur van de monnik zelf, of zou de één een nieuwere versie hebben dan de andere…ik besluit het uit te zoeken want het fascineert me, en het blijkt zowaar op de website van de Koningshoeve zelf uitgelegd te staan. Het heeft inderdaad te maken met het afleggen van de grote professie, als dit is gedaan mogen ze de Kovel dragen. En de grote mouwen? Die staan symbool voor de engelen. Goed excuus voor als Lora nog eens een iets te ruime trui krijgt, die mouwen staan symbool voor de engelen, dat wil toch ook ieder kind?

Maar er is zoveel meer om me af te vragen tijdens zo’n dienst, die uiteindelijk blijkbaar gewoon om 17:45 uur pas begint. Waar ik de Katholieke mis gewend bent, verschilt het hier nogal. Dat had ik natuurlijk kunnen verwachten, maar ik merk dat ik dit gedeelte ook nog niet echt doordacht had. Ik heb vooraf geen idee hoe lang het gaat duren, maar deze dienst blijkt 45 minuten te duren. Na een paar psalmen staat er ineens in het klappertje: stilte…ik kan het woord niet meer zien, dit is toch niet weer wat ik denk dat…ja hoor…na het laatste psalmengalmpje, blijft het stil…angstaanjagend stil......... 

Hoe lang gaat dit duren? Hoe lang moeten we nu weer onszelf vermaken in ons hoofd…ik was net zo blij dat ik iets te luisteren had, ben ik weer terug bij de stilte…ik kan mijn stilte-paniek alleen maar stillen door afleiding te zoeken en dus bekijk ik weer aandachtig de omgeving. Met name hoe alles gebouwd is en in praktisch in elkaar zit, een tic die ik mijn hele leven al heb. Hoe lang zouden ze over die banken gedaan hebben die hier staan, en zou dit handwerk zijn of fabriekswerk, en welke apparatuur zullen ze gebruikt hebben, gutsen, bovenfrees, draaibanken, of zouden de monniken destijds ze gemaakt hebben? Waarom zijn er zoveel lege bankjes waar eigenlijk monniken kunnen zitten…ik vraag het me af, maar niemand geeft antwoord.


De lege bankjes

Dan kijk ik ook maar naar de vloer want dat doet de rest ook zie ik. Een visgraat patroon, wat zo modern is nu, maar deze vloer is gelegd in 1891 (om en nabij). Tenminste, dat vermoed ik wel. Een vloer gemaakt van houten balkjes die allemaal net even anders zijn van model en toch een perfecte visgraat vormen, hoe knap is dat. Ik probeer te verzinnen hoe ze te werk zijn gegaan, hoe ze de rechte lijn bewaakt hebben en hoe het kan dat je met verschillende formaten toch hetzelfde patroon kunt leggen. En hoe hebben ze de balkjes gezaagd? Weer vraag ik me af met welke gereedschappen en ook weer hoe lang hebben ze erover gedaan, wie heeft het gemaakt en waar komt dat hout eigenlijk vandaan en ga zo maar door. De vragen spoelen als een tsunami door mijn hoofd om maar niet te hoeven stil staan…mezelf vragen stellen voelt nog een beetje als bezig zijn namelijk…

Na 45 minuten zitten, staan, zitten, stil zijn, luisteren, staan, zitten, staan, mogen we de kapel verlaten. Door de koude donkere gangen terug naar onze eetzaal. Eindelijk, daar zie ik dan de 9 andere gasten en hopelijk heeft er toch iemand zin om te praten? Maar mijn hoop is al snel weer vervlogen als ik de ruimte binnenstap en zie dat iedereen braaf achter een stoel gaat staan en ook broeder Jakobus de ruimte betreed. Eerst moet er weer gebeden worden en dan eindigt hij het gebed met de opmerking: het eten is in stilte. Als hij vervolgens de ruimte verlaat, hoop ik stiekem toch weer op een beetje opstandigheid van de andere gasten, maar nee, iedereen houdt braaf zijn kwebbel.

We gaan zitten en beginnen allemaal een boterham te smeren. Ik weet niet waar ik moet kijken, want zodra ik iemand aankijk, wil ik ook praten. Ik kijk naar de producten op tafel, naar mijn boterham, naar de boter…ik weet het niet meer!!! Wat moet ik doen? Eten met 9 mensen om je heen en niemand zegt iets? Het is zo erg dat we niet eens de stroop durven te vragen hardop, er wordt voorzichtig gebaart naar elkaar wat ze willen, en ook dankjewel mag alleen bestaan uit een simpel knikje??? In de stilte horen we elkaars spijsvertering, ieder slokje, ieder knauwelhapje, het tikken van de vorken op het bord, het snijden van de messen over porselein...AHHHHRRRRRR

Nee, dit had ik allemaal niet bedacht, maar nogmaals, het is totaal buiten mijn comfort zone. De onrust giert door in mijn lijf…de vele onbeantwoorde vragen stapelen zich op en zorgen voor een ongemakkelijk gevoel in mijn lijf.

Ik denk dat het een vlucht wens is die ik voel opkomen…ja, ik zou willen wegrennen nu, gillend wel te verstaan of lachend als er maar geluid uit komt…Rustig blijven Steef…het gaat over…nog 40 uur volhouden…ik beheers mezelf, maar zoek ook naar een manier om te herkennen wat ik voel. Ik ken dit gevoel ergens van…Ja, dan weet ik het weer…De bevalling van Lucas. Toen de weeënstorm begon kwam een gelijksoortig gevoel naar boven, ik wilde dat niet, ik wilde uit de situatie, maar die keuze had ik toen natuurlijk niet, en ook toen heb ik tegen mezelf gezegd dat het over zou gaan, en dat deed het…Uiteraard is dit op geen enkele wijze even pijnlijk, maar het roept wel gelijke emotionele gevoelens op.

Toch besluit ik door te zetten en de situatie aan te gaan, zoals ik mezelf ook uitgedaagd had. Ik ga een poging doen om de stilte en de rust te omarmen…ik weet alleen niet precies hoe je dat doet…

Als iedereen klaar is met eten wordt er weer gebeden. Als ik dan mijn bordje heb opgeruimd, ga ik naar mijn kamer terug. Opeens voel ik me daar wel prettiger dan bij het eten en in de dienst. Het is nu even mijn eigen terrein en het is wel saai, maar ik hoef niet krampachtig met mijn blikken om te gaan, wensend dat ik iemand iets mag vragen, en ook niet mijn gedachten af te leiden van de onrust die ik bij de meditatie in de dienst voelde, dus zo is de rust en stilte in deze ruimte opeens wel draagbaar. . 

Ik verbaas mezelf met dit inzicht en de bijbehorende rust. Ik pak een puzzelboekje en maak de eerste tectonic. Om 19:30 uur is er nog een dienst en daarna ga ik gewoon op tijd slapen (dan is het sneller morgen dacht ik).

Alleen was ik weer vergeten dat als je niet slaapt, de tijd juist ook heel langzaam voorbij gaat…het leken wel 20 nachten op een rij. Als ik om 4:00 uur de kerkklokken hoor voor de dienst besluit ik echter toch om te blijven liggen in de hoop nog ergens een beetje slaap te vinden. Dan gaat om 5:15 uur mijn wekker en besef ik dat ik weer eens niet opgelet heb met de tijden. De volgende dienst is pas om 6:30 uur…snel zet ik de wekker een uur verder en doe ik nog een allerlaatste slaappoging…tevergeefs…Om 6:00 uur sta ik op en maak me klaar voor de Lauden, alsof ik nooit anders gedaan heb…

Bij binnenkomst worden we verrast door een gigantische steiger die opeens in de kapel staat. Ze hadden wel gezegd dat er een lamp stuk was, maar dat dit nodig was om hem te repareren? Tja, met een huishoudtrapje red je het hier ook niet...

Bij iedere dienst weer verbaas ik me over wat ik zie en wat ik hoor. Ik bekijk de monniken die daar parmantig tegenover elkaar zitten. Ik vraag me af wie ze zijn en waarom ze voor dit leven gekozen hebben. Welke beroepen ze misschien achter zich hebben gelaten of welke familie, vrienden, noem maar op. Van een enkeling staat het verhaal op de website, maar het is niet erg uitgebreid. Het valt me op dat steeds dezelfde monnik, namelijk Jakobus, het voortouw neemt. Hij blaast op zijn tonenfluitje om de inzet van de psalm gelijk op de juiste toon te doen. De meeste broeders zingen gemoedelijk mee, maar een paar zeggen niets, en houden, net als ik, hun lippen op elkaar. 

Waarom zou dat zijn, zouden ze geen zin hebben, moe zijn, zouden ze ook wel eens een baaldag hebben en denken: 'nee...niet alweer die psalm he...' of zouden ze wel eens een irritatie onderling hebben. Die gedachte krijg ik doordat sommige broeders elkaar vriendelijk toeknikken en anderen niet. Er zitten ook twee broeders met de lippen op elkaar en de ogen dicht, zouden ze hun slaap zo inhalen? Of zitten ze in een diepe meditatie? Ik zal het nooit weten...

Wat ik wel merk, is dat het begint te wennen. Het ritme is me nu duidelijk, maar de stilte blijft ongemakkelijk. Zo ook weer tijdens het eten. Het voelt alsof iedereen wel iets wil zeggen, maar het niet lukt. Ik accepteer het maar zoals het is, wat kan ik anders, ja wat ik zou willen doen, is in een schaterlach uitbarsten...gewoon keihard beginnen te lachen en kijken hoe aanstekelijk het is. Maar ik hou me maar weer netjes in....

De uren tot aan de eucharistie krijg ik om door te bloggen, dus die vlogen voorbij. Bij deze dienst is, net als in een Katholieke mis, een hostie uitreiking. Maar net even anders dan ik gewend ben. We worden allemaal naar voren gevraagd en staan om het kleine altaartje heen in een grote kring. De viering zelf heeft nagenoeg dezelfde tekst als in Limburg, alleen mis ik hier de belletjes als de broeder de beker met het lichaam van Christus in de lucht houdt. 

Daarna komt hij met een schaaltje rond om de hostie uit te delen, maar na hem komt nog een broeder met het bloed van Christus, we mogen de hostie dopen in echte wijn, en niet alleen dat, hier mag ook gewoon geknauweld worden op de hostie! Ongekend, een beetje vreemd gezicht, ook als je het zo niet gewend bent. Als iedereen voorzien is volgt de vredeswens: Broeders pakten elkaar vast en ook de gasten zeggen onderling: ik wens u de vrede van Christus toe. 

Een hele nieuwe ervaring voor mij en ik moet zeggen dat ik dit wel een upgrade vind ten opzichte van het bekende ritueel. Je voelt je wel even verbonden met elkaar en op gelijke voet. Ook het gegeven dat wij als gasten, het bloed van Christus tot ons mochten nemen zorgt ervoor dat er een gevoel van gelijkwaardigheid achterblijft. Dat heb ik wel eens anders ervaren. 

Na de dienst is het alweer tijd voor het middagmaal. We krijgen smakelijke soep, een heerlijke gevulde paprika, aardappelpuree met noten en salade. Smaakte allemaal heerlijk, ook al was het weer in stilte. 

Als de sneeuw die me deze morgen zo verraste, weer deels gesmolten is, ga ik naar buiten. Eens kijken wat er hier nog meer rondom de abdij te zien is. Er is een winkeltje waar uiteraard heel veel Trappistenbier verkocht wordt. Via het winkeltje loop ik aan de andere kant naar buiten en zie een bordje: proeflokaal. Dat klinkt leuk, ik denk niet verder na en loop er naartoe. Als ik iets eigenlijk nooit drink, is het bier. Dus lijkt het me wel leuk om eens een bierproeverijtje in mijn eentje te doen. Als ik dan toch mezelf aan het uitdagen ben.... Het voelt wel een beetje alsnog ik de regels verbreek van de stilte, want als ik het lokaal instap, blijkt het een soort gezellige brasserie met het nodige rumoer. Ohh wat kan dat een mens goed doen, gepraat om me heen...ik zoek een plekje en zie al snel dat er inderdaad proefplankjes te bestellen zijn van het Trappistenbier. Als de serveerster komt, merk ik dat ik onbedoeld een hele hoop meer begin te vragen en vertellen dan nodig, zo blij dat het weer even mag.


De Tripel was het lekkerste

Ik ben geen bierdrinker, maar met het rumoer van pratende mensen om me heen, zijn het de beste biertjes ooit.

Dan is het weer tijd voor nog twee diensten en aansluitend de broodmaaltijd weer. Als er een vervanger komt voor broeder Jakobus en hij het gebed weer heeft gedaan, zegt hij vervolgens:
"en dan mag ik u nu verblijden met het nieuws dat deze maaltijd niet in stilte hoeft!" 

Mijn hart maakt een vreugdesprongetje. Heerlijk, we mogen praten...maar dan gebeurt er iets wat ik niet zag aankomen....als we gaan zitten aan tafel, voel ik opeens geen behoefte meer om iets te zeggen...ik wil eerst luisteren wat er gezegd wordt, ben nieuwsgierig wat er uit deze mensen komt nadat we 3 maaltijden in stilte hebben gedeeld. En warempel, dat blijkt voldoende te zijn, ik hoef niets te zeggen of te vragen...ik luister en verbaas me over wat er gezegd wordt.... De zaken die ze als belangrijk hebben ervaren om nu te delen met elkaar. Eigenlijk heel interessant om te mogen aanschouwen....en ik vind het helemaal prima...misschien heb ik dan toch de rust een beetje gevonden....

Na deze interne openbaring ga ik tevreden terug naar mijn kamer en die nacht heb ik heerlijk geslapen. Als ik om 6:00 uur weer wakker word, merk ik dat ik me uitgerust en fit voel. En even later zit ik dan ook weer braaf in de kerkbank, klaar voor de Lauden. Aansluitend lopen we weer in processie met de gasten naar de eetzaal voor het ontbijt. Wederom in stilte en voor de eerste keer deze dagen, vind ik het prima....zou dan toch alles kunnen wennen?

Natuurlijk is die vraag al heel veel door mijn hoofd gegaan deze dagen? Zou ik dat kunnen, in een klooster leven? Toen ik de eerste avond aan kwam, voelde ik vooral heel veel verzet en onbegrip van mijn kant. Vroeg je het me toen, dan zou ik absoluut gezegd hebben dat ik me er helemaal niets bij voor kan stellen dat een mens hier gelukkig van wordt. Waarom zou je de hele dag bezig zijn met het bidden, waarom je hele dagritme opofferen aan een wellicht fictief en in ieder geval onzichtbaar persoon? 

Maar gaandeweg, begin ik wel te voelen dat op de eerste plaats het ritme wel zorgt voor duidelijkheid en structuur. Dat geeft rust, en in onze drukke wereld, kan ik me nu wel voorstellen dat dit voor sommigen juist bevrijdend voelt. Aan de andere kant hebben de Monniken wel nog een druk programma tussen de diensten door. Ze werken dan binnen de Abdij op diverse plekken. Qua werk bestaat een dienst steeds, maar uit een paar uur. En alles op uur en tijd. Ik kan me toch voorstellen dat die afwisseling wel prettig is. Maar belangrijker nog, wat ik denk te ervaren is een verbondenheid, een gemeenschap waar je, ook als gast even, onderdeel van bent. Hoewel in stilte, ben je nooit alleen, ondanks de soberheid, voelt het als rijkdom. Tenminste, dat is hoe ik vermoed dat het moet zijn om als Monnik te leven...dus ja, stel me de vraag nu nog eens en ik zal een veel genuanceerder antwoord geven.

Ik kwam hier niet voor een verbinding met God, ik kwam hier uit nieuwsgierigheid naar mezelf en naar de ander, naar een extreem andere manier van leven en ik ga hier weg met alle respect voor hen die leven in toewijding, met meer begrip en inleving in hun dagelijks leven, en met een portie zelf inzicht en stilte-ervaring, waar ik alleen maar heel dankbaar voor kan en wil zijn.

Wees gegroet, Amen

 

 

Deel op social media:

Aanmelden

Wil je ook op de hoogte gehouden worden van de laatste blogs, schrijf je dan hieronder in.