Stephanie Könings

Project nr 2: Friendly Flower Delivery at Cobble Hill Health Center

Leestijd 16 minuten

Vandaag op naar een nieuw project in het Cobble Hill Health Center in Brooklyn om daar bloemen te bezorgen bij de bewoners. Ik ben erg nieuwsgierig naar deze middag omdat ik me er alles en tegelijk niets bij voor kan stellen. Ik heb namelijk alleen mijn Nederlandse referentie kader betreffende verzorgingstehuizen

Dus daardoor kan ik me er iets bij voorstellen, maar tegelijkertijd stuiteren er weer tientallen vragen in mijn hoofd over de Amerikaanse wijze van zorg... dus nieuwsgierig ga ik op pad... met de metro richting Brooklyn. Netjes op tijd kom ik aan bij het Cobble Hill Health Center. Een groot gebouw van bruine baksteen, wat aan de buitenkant niet doet vermoeden dat het om een ziekenhuis gaat. 

Ik stap naar binnen om gelijk bij een kleine desk uit te komen waar een bewaker me vriendelijk vraagt of ik een afspraak heb. Ik vertel dat ik voor het New York Cares project kom en hij knikt begripvol. Dan schrijft hij een sticker voor me uit met VISITOR erop, waarbij ik me afvraag waarom ze die niet voorgedrukt hebben, maar goed, dit is leuke bezigheidstherapie voor de jonge heer.

Hij wijst me de weg naar Anneke, want die moet ik hebben. De naam doet me vermoeden dat zij mogelijk Nederlandse roots zou kunnen hebben...daar staat Anneke, een vriendelijke dame op leeftijd die me hartelijk welkom heet. Ze laat gelijk de kar zien met de vele vaasjes bloemen erop. Terwijl ze nog even iets in het Engels zegt, besluit ik toch maar eens te testen of ze ook Nederlands spreekt... waarop ik in het Limburgs zeg: 

“Sprikse auch Nederlands?” 

Owwwww ik hoor het mezelf zeggen... ben door twee dagen Engels praten helemaal vergeten hoe je Nederlands spreekt blijkbaar...dus ik wilde mezelf herstellen, waarop Anneke in het Engels zegt:
 
“Kwam jij niet uit Duitsland? Je heet toch Könings?”

Lachend zeg ik deze keer wel in het Nederlands dat ik uit Nederland kom en haar verwarring begrijp met zo’n achternaam. Dan reageert ze in vloeiend Nederlands dat zij inderdaad een Nederlandse is, maar al sinds 1964 in New York woont. Wat heerlijk om nog eens Nederlands te praten! Dat kletst weer even makkelijk, zo zonder na te denken! 

Maar dan is het tijd om aan te slag te gaan. Voordat we beginnen krijg ik van Anneke ook een naamsticker opgeplakt. Deze keer wel met Stephanie erop. Ze plakt hem over de VISITOR sticker heen... nu vind ik het al helemaal zonde van het werk van de deskklerk, maar dat ter zijde...

Ik zie dat er nog een andere vrijwilliger staat, met Robert op zijn naamsticker. Robert is een vriendelijke, wat timide ogende zwarte man op leeftijd. Hij heeft een zwart vissershoedje op zijn hoofd. Als ik hem de hand schud en mezelf voorstel, lacht hij vriendelijk... met nog maar 1 tand in zijn mond is hij wel iets lastiger te verstaan, maar een echte prater blijkt hij ook niet te zijn... Ik mag met hem de bloemen gaan rondbrengen legt Anneke uit. Als Robert even niet oplet, zegt Anneke:

“Robert heeft nogal de neiging om alles snel rond te willen brengen... Het is de bedoeling dat jullie met de bewoners praten, dus kun jij daar dan op letten?” 

Het is me duidelijk, de bloemen zijn in feite smeermiddel voor een gesprek...

Bloemenkar

Daar gaan we dan op weg. We lopen door een grote revalidatie-ruimte waar diverse mensen met allerlei oefeningen bezig zijn. Het ziet er netjes en verzorgd uit, maar wel opvallend dat ze allemaal in een gezamenlijke ruimte verblijven. Geen vorm van privacy dus... Dan lopen we door naar de eerste afdeling. We komen in een gang uit met allerlei kamers. Niet veel anders dan hoe ik ze in Nederland vaker tegen kom, hoewel dit allemaal 2-persoons kamers zijn. 

Dan geeft Robert me een papier en een pen in mijn handen en mompelt iets over dat ik moet kijken wie de bloemen krijgt...Het blijkt een Excellijst te zijn met daarop de namen en de kamernummers van de bewoners. Dan een turflijst waarop ik moet aangeven of ze een vaasje bloemen ontvangen hebben of geweigerd... Geweigerd? Denk ik nog? Waarom zou iemand zoiets nou weigeren? 

Nou goed, terwijl ik nog versuft op de lijst sta te turen, is Robert al enthousiast aan het lopen en roept random kamernummers op...blijkbaar moet ik op de lijst kijken of het nummer erop staat, zo niet dan lopen we door. Ik weet niet zeker waarom niet iedereen bloemen krijgt, maar mogelijk zijn ze allergisch voor kleuren, geuren, vrolijkheid of een bloementrauma... wie zal het zeggen... nou Robert in ieder geval niet want die rent alweer door naar de volgende kamer. 

In sommige kamers zijn de bedden leeg, de bewoner is waarschijnlijk in de recreatieruimte blijkt later. Soms ligt er iemand diep te slapen... bij één mevrouw wist ik niet eens zeker of ze nog wel leefde... ze zag er in ieder geval uit alsof ieder moment haar laatste adem kon zijn... we laten haar dan ook maar slapen. 

Bij Hazel gaat het er heel anders aan toe...die ligt wakker op bed en is super blij dat we de kamer in komen. Ze straalt, ondanks het feit dat ze er ziek uit ziet. Ze is erg blij met de bloemen en zegt dat ze iedere keer uitkijkt naar dit vrolijke gebaar... ongelofelijk, hoe je een mens gelukkig kunt maken met zoiets. De bloemen worden gedoneerd door de plaatselijke supermarkt die ze niet meer kan verkopen. Bij een ander project van New York Cares arrangeren ze de bloemen tot kleine kunstwerkjes... (was ook nog iets voor onze Sanseveria’s hè Jose?)... dus door middel van enkel goedheid en ingeleverde vrije tijd, kun je een heel klein beetje geluk brengen bij een ander... wauw... ik voel me een beetje humble als ik zie hoe dankbaar Hazel is... ik wens haar een hele mooie dag verder en dan loop ik weer weg... Op zoek naar Robert die inmiddels weer doorgelopen is....

Dan komen we bij Ruth... zij zit in een rolstoel naast haar bed te puzzelen en ik zie allemaal kleurboekjes liggen... Dus ik vraag wat ze aan het doen is en of zij die mooie tekeningen gemaakt heeft die aan de muur hangen...vol trots vertelt ze dat zij de meeste platen heeft ingekleurd, maar twee ervan zijn van haar zus... ze kleurt zo graag omdat ze er vrolijk van wordt zegt ze...ook de bloemen maken haar vrolijk, maar ze krijgt een voorkeursbehandeling: zij mag namelijk zelf uitkiezen welk boeketje ze wilt... de kleur is voor haar belangrijk. Ze kiest het oranje bosje bloemen... met liefde krijgen ze een plekje op het nachtkastje naast haar bed... ik klets nog even met haar over het verschil in potloden en wasco’s, zij kiest liever voor de wasco’s...dan neem ik weer afscheid... op naar de volgende...

Als we een vaasje bloemen neerzetten, nemen we gelijk het oude vaasje met bloemen mee... tenzij dat er nog goed uit ziet, dan mag het van Robert blijven staan. Ook dat moet ik turven op de lijst. De oude bloemen die wel mee gaan worden weer verzameld door Anneke om compost van te maken voor een ander project...

Dan komen we bij Edith, ze komt zelf net de kamer op gestrompeld voordat we naar binnen gaan. Ze loopt met een rollator en heeft een soort van keycord om haar nek met een sleutel eraan. Ze lijkt me nog niet zo heel erg oud, maar dat kan ook komen doordat haar haren nog mooi donker van kleur zijn...

“Hoi Edith, hoe gaat het met jou, was je een het wandelen?” vraag ik belangstellend. Ik had namelijk al op het papier gelezen dat ze chatty is en graag een praatje zou willen maken. Dat is gelijk te merken. Ze vertelt dat ze even een stukje was gaan lopen en zo’n last heeft van de pleister op haar arm. Haar nieren functioneren niet meer, daarom woont ze hier. Ze heeft vanmorgen weer gedialyseerd zegt ze. 
“Vind je het leuk om bloemen te krijgen?” 

Ze reageert enthousiast. Dus ik vraag of ze al lang hier verblijft. 
“4 jaar... en het voelt als een gevangenis... ik kom nooit meer buiten”... zegt ze 

Ik heb met haar te doen... en vraag me af of ze ooit nog naar huis kan... maar neem aan dat ze geen huis meer heeft als ze hier al 4 jaar woont. 

Alsof ze gedachten kan lezen vult ze aan:

“Ik kan nergens anders meer naar toe... dit is het..”

Ik moet er niet te lang over nadenken dat dit haar eindstation is en dat het krijgen van een klein bosje bloemen, het hoogtepunt van haar week is...

Ik klets dus nog meer even over leukere dingen met haar als Robert alweer staat te trappelen om door te gaan....

En zo bezoek ik samen met Robert zo’n 25 bewoners... wat bijzonder om te mogen doen en even een kijkje te nemen in het leven van deze mensen en het werk van de verzorgers die er rondlopen... bijzonder omdat ik er gemengde gevoelens bij ervaar. Aan de ene kant lijkt het me ‘killing’ om hier te moeten verblijven in de wetenschap dat je hier blijft tot aan je dood... aan de andere kant is het toch wel erg bijzonder dat door middel van een projectje, zo ogenschijnlijk klein van opzet, je een beetje blijdschap kunt bezorgen in deze laatste fase...

Na afloop klets ik nog een poosje met Anneke die graag even in het Nederlands wil vertellen waarom zij in New York is komen wonen, hoe ze terecht is gekomen bij New York Cares, en alles wil weten over mijn ambities...

“Je moet echt nog even hier blijven om Roos te ontmoeten... zij is ook Nederlands” zegt Anneke als ik verder wil gaan.

Ow...dat maakt me inderdaad nieuwsgierig, en zo wacht ik geduldig op Roos, of Rose zoals ik op haar naamsticker zie staan. Zij woont sinds januari in New York omdat haar man hier een baan heeft. Huis, haard en kinderen achtergelaten...... werkte ze in Nederland als inburgeringsdocente, hier probeert ze nu op haar manier in te burgeren door mee te doen met zoveel mogelijk New York Cares projecten... een hele goede manier om snel te wennen aan de lokale bevolking...

Dan neem ik toch echt afscheid van iedereen...wat een bijzondere ontmoetingen weer vandaag... op naar morgen: 

Levensverhalen optekenen met senioren in the New Jewish Home

Deel op social media:

Aanmelden

Wil je ook op de hoogte gehouden worden van de laatste blogs, schrijf je dan hieronder in.